Luister er doorheen, door het gieren, het suizen, het dwarrelen. Hoor je de stilte? De stilte waarin alles leeft, ademt? Mens, dier, natuur. We leven op de ondertoon van de wind. Daarom verstaan we elkaar, kunnen we de fluistering horen, die leeft in iedere cel van ieder levend wezen.
Doorgaan met lezen “Leef op de ondertoon van de wind”Auteur: Leontine
Vitaliteit: bewegen met het leven
Vitaliteit is het laatste thema in een serie van vijf tijdens de training ‘Paardenmest’. En het blijkt een woord te zijn waar nogal wat associaties aan hangen. ‘Ik denk bij vitaliteit altijd aan wandelen en veel groene smoothies drinken’, zei een deelnemer eens.
Doorgaan met lezen “Vitaliteit: bewegen met het leven”Nieuwe wegen
Ik ging de deur uit om een rondje rond de recreatieplas om de hoek te lopen, maar ik vond mezelf terug in een polder er vlakbij waar ik nog niet eerder geweest was.
Daar liep ik op een pad waarvan ik niet wist waar die heen ging of waar ik uit zou komen. Misschien zou ik aan het einde dezelfde weg terug moeten, maar het zou niet echt terug zijn en het zou niet dezelfde weg zijn.
Doorgaan met lezen “Nieuwe wegen”Voor de ziel
Mijn jongste zoon zei gisteravond: ‘Soms is het net of ik een duwtje krijg, en dan ben ik ineens verdrietig.’
Wat een adequate beschrijving van een trigger, dacht ik bij mezelf.
Hij klonk een beetje verbaasd en ik hoorde de niet-gestelde vraag: hoe kan dat nou, dat je ineens verdrietig bent over iets dat al voorbij is?
Doorgaan met lezen “Voor de ziel”We zijn rivieren
Vanmorgen in mijn dommeltijd op zondagochtend droomde ik dat mijn oudste zoon en ik ergens liepen. Waar weet ik niet, details geven mijn dromen me nooit. Beelden en woorden lijken te matchen, maar lopen niet synchroon. Zoals dromen zijn, denk ik.
We hadden een gesprek, mijn zoon en ik.
Doorgaan met lezen “We zijn rivieren”De naïviteit is eraf
Ik moest 38 worden om mijn kinderlijke geloof in goed en kwaad kwijt te raken. Het kinderlijke geloof dat het goede én het kwade romantiseert. Het lieve in het ene en de macht in het andere.
Doorgaan met lezen “De naïviteit is eraf”De werkelijkheid heeft geen kleur
Stel je een mens voor met in zijn hand een muntje. Iemand zou het moeten tekenen: een groot mens met een klein muntje. De mens draait het muntje om en om tussen zijn vingers. Bij elke slag van het muntje zegt hij: ja maar, ook dit, ja maar, ook dat, ja maar, ook dit, ja maar… Of, als het een wijs mens is, zegt hij: ja, en dit ook. Ja, en dit ook. Ja, en…
Twee kanten van dezelfde medaille, dat is wat de mens ziet. Dood en leven, goed en fout, zwart en wit. Tegengestelden. Of misschien naast-gestelden. Het maakt voor het beeld weinig uit; het beeld van de grote mens met een klein muntje. Van buitenaf bezien. Bestuderend, onderzoekend, beoordelend.
Het is pas op het moment dat de mens zich realiseert dat hij op geen enkele wijze groter is dan dat muntje, dat hij de werkelijkheid kan herkennen.
Doorgaan met lezen “De werkelijkheid heeft geen kleur”Over groei en bloei
Vorige week ontving ik van een collega een sessie in de wei over (mijn) leidende principes. Leidende principes doen wat ze zeggen: ze leiden je. Ze hebben jou meer dan dat jij hen hebt. Je wordt door ze bewogen en ze werken ook als jij je er niet van bewust bent (al kunnen ze een krachtig kompas zijn als je ze kent).
Het eerste leidende principe van WijsGoed is:
In essentie verschillen wij niet.
Doorgaan met lezen “Over groei en bloei”Leven als een paard
Er is een bepaalde vanzelfsprekendheid in de manier waarop paarden met je omgaan. Het is niet lijdzaam, niet bijzonder geïnteresseerd en ook niet ongeïnteresseerd. Ze reageren op je zoals ze op alles reageren wat zich aan hen voordoet: scannend, aftastend, beoordelend op potentieel gevaar. Wat ze registreren krijgt reactie: fysiek. Een oor dat beweegt, een neusvleugel die trilt, een hoofd dat opricht, een toenadering of juist niet. Ze lopen je voorbij of door je heen of komen juist heel dichtbij. Een intiem contact dat er kan zijn als je samenvalt met de werkelijkheid, net als zij.
Doorgaan met lezen “Leven als een paard”Op de grens tussen nu en morgen, leven wij
Een maand geleden stond ik langs de rand van een paardenbak. De paarden stonden roerloos naast elkaar. Om mij heen mijn teamgenoten geknield op de grond. Zowel paarden als mensen bogen hun hoofd. En ik stond rechtop naast de paarden. Inwendig steigerend. Deels koppig als een kind, deels omdat ik het echt niet voor elkaar kreeg.
“Waar blijf je bij weg?”
Ik keek de opleider aan, vertwijfeld: “Ik weet het echt niet.”